Betrokken professionals voor vitale woongemeenschappen
Behoefte aan sociale contacten is voor ouderen vaak de reden om in een wooncomplex te gaan wonen. Deel uitmaken van een vitaal netwerk vergroot de zelfredzaamheid en draagt bij aan de kwaliteit van leven. Maar een vitale woongemeenschap ontstaat niet vanzelf. Bewoners zijn bereid hierin te investeren maar kunnen dit niet alleen. Betrokken professionals zijn nodig om woongemeenschappen op den duur sociaal en levendig te krijgen, zo blijkt uit het experiment Vitale woongemeenschappen van Platform31 en Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg.
De algemene levensverwachting neemt toe. Daarnaast worden ouderen gestimuleerd zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. De zelfredzaamheid, kwaliteit van leven, weerbaarheid en welzijn van ouderen hangen mede af van een goed sociaal netwerk. Maar dat netwerk wordt vaak kleiner naarmate men ouder wordt. De behoefte aan sociale contacten is dan ook een van de redenen voor ouderen om in een wooncomplex voor senioren gaan wonen. Maar ook daar ontstaat een vitale gemeenschap, waarbij sprake is van een veilige en goede sfeer, gezelligheid en reuring, niet vanzelf.
Experiment Vitale woongemeenschappen
Uit het experiment Vitale woongemeenschappen van Platform31 en Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg blijkt dat bewoners best bereid en in staat zijn te investeren om de vitaliteit van hun woongemeenschap te verhogen. In alle wooncomplexen bleken trekkers te zijn die activiteiten willen organiseren. Veel bewoners willen ook meedoen. Maar een bloeiende, sociale woongemeenschap opbouwen kunnen bewoners niet alleen. Ze voelen zich er niet toe in staat, weten niet goed hoe te beginnen, hebben belemmeringen zoals gezondheidsproblemen of lopen vast in sociale conflicten of onduidelijke ondersteuning door professionals. Een investering van alle betrokkenen, bewoners, corporaties en andere professionals, is onontbeerlijk om woongemeenschappen op den duur sociaal en levendig te krijgen.
Het experiment laat ook zien dat bewoners en corporaties gedeelde belangen hebben. Bewoners hebben behoefte aan sociale contacten, een goede sfeer, veiligheid, en mensen waar ze in geval van nood op terug kunnen vallen. Corporaties hebben belang bij een sociale en veilige leefomgeving waarin bewoners prettig kunnen wonen, vanwege de leefbaarheid en de verhuurbaarheid. Om de sociale kwaliteit van de leef-en woonomgeving te optimaliseren, hebben bewoners en corporaties elkaar nodig.
Professionele ondersteuning
Bewoners zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de sociale vitaliteit in hun woonomgeving, maar hebben daar professionele ondersteuning bij nodig, bijvoorbeeld van woonconsulenten, regisseurs klantcontact enzovoort. Dit is nodig om gemeenschapsopbouw op gang te brengen, te begeleiden en duurzaam te maken. Belangrijk is dat professionals en de bewoners een gedeelde visie hebben op dat veranderingsproces en op een constructieve manier samenwerken. Uitgangspunt daarbij zijn de mogelijkheden en wensen van bewoners. Professionals ondersteunen de bewoners om zelf actief te worden. De handreiking (Pdf, 2,6 MB) en het draaiboek (Pdf, 3,2 MB) van ‘Studio BRUIS – Samen Buurten’ kunnen hierbij helpen.
Studio BRUIS – Samen Buurten
In het experiment ‘Vitale woongemeenschappen’ werkten Platform31 en Aedes-Actiz Kennis-centrum Wonen-Zorg samen met bewoners aan het ‘bruisend maken’ van hun gemeenschap. Zij deden dit in tien woongemeenschappen voor ouderen volgens de methode van ‘Studio BRUIS – Samen Buurten’. In een bruisende gemeenschap kennen mensen elkaar, voelen ze zich verbonden met elkaar, doen ze mee aan activiteiten en organiseren die ook en beheren en benutten ze de gedeelde ruimtes. De BRUIS-aanpak bestaat uit twee delen:
- de organisatie van gezellige, laagdrempelige activiteiten en
- de organisatie van gespreksgroepen waardoor bewoners elkaar beter leren kennen en elkaar vinden in kleine groepjes gebaseerd op gedeelde interesses en voorkeuren.
Studio BRUIS ontwikkelde een handboek en een draaiboek, waarmee professionals deze aanpak direct in de praktijk kunnen brengen.
Meer informatie over het experiment
Het experiment Vitale woongemeenschappen maakt deel uit van het Langer thuisprogramma van Platform31 en KCWZ. Co-financiers zijn Fonds Nuts-Ohra – Meer veerkracht, Langer thuis en stichting FLOW. Ontwikkelaar van de methode Studio BRUIS: ActivAge, Begeleidend onderzoek en evaluatie: Universiteit voor Humanistiek.