Wie gaat er mee verdwalen?
Door Joost van Hoorn
Toen ik in 2008 betrokken raakte bij de stedelijke vernieuwing van Kanaleneiland werd er door 3 gemeentelijke diensten en 3 woningcorporaties gewerkt aan een wijkactieprogramma met 90 projecten met een totale waarde van tientallen miljoenen euro. Dit was het hoogtepunt van wat toen de Vogelaar- of Krachtwijkaanpak werd genoemd. Inmiddels is de stedelijke vernieuwing fundamenteel veranderd. De grote budgetten zijn verdwenen en daarmee de grootschalige herstructurerings- en vernieuwingsplannen. Er ontstaat een nieuwe context waarbinnen de oude manier van werken niet langer voldoet. Voor alle betrokken partijen (initiatiefnemers, (sociaal) ondernemers, gemeenten, woningcorporaties etc.) is het een zoektocht om te achterhalen wat in deze nieuwe context (of ecologie) wel en niet werkt en wie daarin wel of niet ‘aan zet’ is.
Om die zoektocht mogelijk te maken, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken het onderzoeks- en inspiratiebudget Ecologie van de Stedelijke Vernieuwing in het leven geroepen. Platform31 beheert dit budget. Tijdens de eerste beoordelingsronde in februari 2014 ontvingen we maarliefst 54 onderzoeksvoorstellen. En ook in aanloop naar de volgende deadline ontvang ik veel vragen. En dat is ook niet zo gek, want wat wordt er nu eigenlijk bedoeld met dat toch vrij abstracte begrip “ecologie” van de stedelijke vernieuwing? Ik zal u dit beknopt proberen uit te leggen en u meenemen in wat wij met het onderzoeks- en inspiratiebudget willen bereiken en waar u op moet letten wanneer u een voorstel wilt indienen.
Wat we er niet mee bedoelen
‘Ecologie’ is een begrip dat we lenen uit de biologie. En dat roept verwarring op. Tijdens de eerste beoordelingsronde ontvingen wij een voorstel om onderzoek te doen naar het vergroten van de biodiversiteit op een bedrijvenpark. Dat is niet wat wij met Ecologie van de Stedelijk Vernieuwing bedoelen. Het onderzoeksbudget is eveneens niet bedoeld als ‘veredeld bewonersinitiatievenbudget’. Daar bedoel ik mee dat we niet de uitvoering van interessante, leuke of sympathieke bewonersinitiatieven ondersteunen. Het budget is nadrukkelijk bedoeld voor de ondersteuning van onderzoeken en experimenten die ons meer leren over de veranderde context van de stedelijke vernieuwing.
Een andere context, een nieuwe ecologie
De gangbare partijen die de afgelopen decennia de vernieuwing van onze steden vormgaven waren woningcorporaties en projectontwikkelaars in nauwe samenspraak met en onder regie van gemeenten. Vaak grote geïnstitutionaliseerde partijen die soms hele wijken in één meerjarig herontwikkel programma wisten te transformeren. De tijd van grootschalige herontwikkeling en vernieuwing van buurten en wijken ligt echter achter ons en komt volgens velen nooit meer terug. Overheden en woningcorporaties hebben het geld niet meer voor dergelijke projecten, terwijl de woningbouwsector en in het bijzonder het vak van projectontwikkeling een ware metamorfose heeft ondergaan.
Het begrip ecologie gebruiken wij als metafoor voor de voedingsbodem waarop stedelijke vernieuwing of herontwikkeling tot stand kan komen. Deze voedingsbodem is fundamenteel verandert. Duidelijk is dat vernieuwing tegenwoordig veel meer van onderop plaatsvindt. Dat wil zeggen dat veeleer de (potentiële) gebruikers van een locatie of gebied in de ‘lead’ zijn om te bepalen welke activiteiten er worden ontplooid en tot welk fysiek-ruimtelijke programma dit moet leiden. Zelforganisatie vormt daarin een sleutelbegrip.
Deze bottom-up manier van werken is voor heel veel partijen zo fundamenteel anders, dat er grote behoefte is aan het doorgronden van wat nu wel werkt en wat niet om een locatie of gebied tot (her)ontwikkeling te brengen. Want er is ook nog heel veel onduidelijk: we weten (nog) niet wat die fundamenteel andere manier van werken voor consequenties heeft voor alle betrokkenen. Dan heb ik het aan de ene kant over de initiatiefnemers, particulieren en (sociale) ondernemers (de leefwereld) en aan de andere kant over de gemeentelijke professionals, woningcorporaties en andere instituties (de systeemwereld). Voor alle betrokkenen geldt dat het een zoektocht is om te bepalen wat wel en niet werkt en hoe vooral de gevestigde partijen hun rol opnieuw kunnen/moeten bepalen en invullen.
Het onderzoeks- en inspiratiebudget is er nu precies voor bedoeld om dit zoekproces van een impuls te voorzien zodat onze kennis over die nieuwe ecologie van de stedelijke vernieuwing wordt verrijkt en we de toolbox van alle betrokken partijen van nieuwe handelingsperspectieven kunnen voorzien.
Ga je mee verdwalen?
Het leuke aan een zoektocht is dat je niet weet wat je zal vinden. In de telefoongesprekken die ik met veel geïnteresseerden in het onderzoeksbudget voer, hoor ik die zoektocht terug. Veel mensen weten heel goed de spanningsvelden te benoemen die men momenteel tegenkomt in de praktijk van de stedelijke vernieuwing. Vaak gaat het over de moeite die met name gemeenten hebben om initiatieven de ruimte te geven, om ze niet ‘dood te knuffelen’ of juist aan hun lot over te laten. In veel gevallen spelen financiering, nieuwe verdienmodellen en realistische businesscases een belangrijke rol.
Daarom moedigen we eenieder die hier onderzoek naar wil doen aan om voorstellen in te dienen. Ook merken we dat er juist aan de kant van gemeenten zaken anders moeten om de stedelijke vernieuwing binnen die veranderde ecologie van nieuwe handelingsperspectieven te voorzien. Voorstellen waarin extra aandacht is om hier op innovatieve wijze mee om te leren gaan, zullen dan ook met extra belangstelling door de beoordelingscommissie worden bestudeerd. Aan u de uitdaging om de spanningsvelden die u tegenkomt te vertalen naar een onderzoeksvraag en onderzoeksopzet. Dit hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn, als er maar aandacht is voor een innovatieve werkwijze.
Het bedrag dat per onderzoeksproject of experiment beschikbaar is, is met €10.000 wellicht beperkt. Door het budget als ‘zaaigeld’ in te zetten, hopen we een mooie oogst van nieuwe handelingsperspectieven voor de praktijk van de stedelijke vernieuwing binnen te halen.
De deadline voor het indienen van voorstellen is 25 augustus om 9.00 uur.