Wat een topstad
Jooske Baris, Platform31
Onlangs was ik in Lissabon. Wat een fijne stad is dat. Bruisend, vol cultuur, en ruige verlaten stranden vlakbij… Waarom voelt een stad soms zo goed? Wat maakt Lissabon zo aantrekkelijk?
Platform31 analyseerde 15 gerenommeerde internationale onderzoeken naar topsteden en vertaalde de resultaten naar de Nederlandse praktijk. Wat moeten Nederlandse steden doen of laten om het goed te (blijven) doen?
Kopenhagen, Melbourne, Sydney, Stockholm, Tokio en Londen staan in veel onderzoeken in de top tien. Het blijkt dat voor internationale aantrekkingskracht een stad goed openbaar vervoer en een goede infrastructuur nodig heeft, met veel fiets- en wandelpaden en een goede verbinding met de omgeving. Die omgeving moet bereikbaar en aantrekkelijk zijn, groen en bergachtig zijn of juist aan zee liggen. De lucht is er schoon. De zorg en het onderwijs moeten er goed geregeld zijn. De ideale stad is multicultureel, heeft goede culturele- en horecavoorzieningen, en de mensen zijn er vriendelijk en open, zodat je je er snel geaccepteerd en thuis voelt.
De succesfactoren die maken dat een stad hoog scoort, gaan opvallend vaak over de ‘zachte’ kant van de stad en de stedelijke samenleving. Ondersteund door een transparant lange termijn stedenbeleid, gedragen door inwoners, bedrijfsleven en stakeholders, waarbij de overheid stimuleert, mogelijkheden schept en ruimte biedt voor ondernemerschap.
Het goede nieuws is dat veel Nederlandse steden al veel van de genoemde succesfactoren in zich hebben. En dat het goed benutten van de potentie van steden nu volop in de spotlight staat: Agenda Stad biedt kansen om te komen tot dat consistente, open, gezamenlijk gedragen stedenbeleid. Daarvoor is wel focus nodig, op inhoud en resultaat. Steden, Rijk en stakeholders moeten elkaar daarin inspireren en aanscherpen. Als dat lukt, voeren over een paar jaar de Nederlandse steden de boventoon in de internationale ranglijstjes.