Tijd om wakker te worden: China is dichterbij dan je denkt

Het economisch zwaartepunt in de wereld verschuift al jaren langzaam naar China. Chinese (staats)bedrijven slaan flink hun slag in Europa, steeds opvallender en vooral in de infrastructuur, energie en hightech. Wie bijvoorbeeld denkt dat Volvo nog altijd een Zweeds merk is, komt bedrogen uit: Geely, een Chinees merk voor auto’s, scooters en lichte motorfietsen, heeft de Zweedse autofabrikant al in 2010 overgenomen.

Ook in Nederland kun je de Chinese invloed opmerken: het recent omstreden geraakte Huawei is bijvoorbeeld al jaren de belangrijkste leverancier van onze telecomnetwerken. De aanwezigheid van deze Chinese gigant doet misschien nu economisch nog nauwelijks pijn, maar we moeten deze ontwikkeling wel nauwlettend in de gaten houden. Want Chinese overnames en investeringen blijven niet zonder politieke gevolgen. Zo vinden zowel de Europese denktank China at the Gates (ECFR) als het Global Public Policy Institute in Berlijn dat Europa wakker moet worden en de grote strategische invloed van China in Europa onder ogen moet zien.

De Chinese aanwezigheid verandert ook ons economisch speelveld. Onze eigen spelers krijgen te maken met verhoogde concurrentie en de vraag is of er daadwerkelijk sprake is van een level playing field. Naast verhoogde kans op staatssteun van de Chinese kant is er vaak ook sprake van ongelijke toegang tot deze markt. Waar bijvoorbeeld KPN vroeger eigenlijk vanzelfsprekend voor Nederlandse bedrijven koos, zijn er nu andere spelers die bijna ongemerkt posities innemen. En het is niet alleen China dat oude spelers vervangt. Het in 1907 opgerichte Indiase Tata Steel bezit bijvoorbeeld inmiddels ook onze voormalige Koninklijke Hoogovens én British Steel; spelers in de kern van onze economische productie! Het schijnt dat jaarlijks meer ingenieurs afstuderen in China dan dat er in Europa zijn; een voorbeeld van de immense innovatiekracht die China momenteel ook ontwikkelt – al laat de kwaliteit van die Chinese ingenieurs nu nog vaak te wensen over. Daarmee verplaatsen ook de innovatiebubbels van onze wereld naar Azië. Dat zie je al op het gebied van telecom en elektronica, waar één van de centra van vernieuwing Shenzhen in China is.

Het wordt dus hoog tijd dat we onze blik op onze eigen economie verversen en inzien dat China inmiddels veel meer is dan een productiefabriek. Laten we onze economische hoofdrolspeler serieus nemen, erkennen dat China’s opmars niet meer te stoppen is en inzien dat Chinese bedrijven onze eigen kenniseconomie serieus tegenspel gaan bieden. Het is niet vanzelfsprekend dat de welvaart die we hebben opgebouwd, met hard werken en bijdragen vanuit gas, overeind blijft als we niet vernieuwen en onze belangrijke plek aan de voorhoede van de economie verliezen. Op salaris concurreren is daarbij geen optie, want daarmee verliezen we het van de andere spelers. We kunnen wél kritisch kijken naar hoe we Nederland inrichten, want het succes van onze bedrijven is ook afhankelijk van het ecosysteem waarin zij opereren. Is ons beleid dus ingezet op het optimaal kunnen benutten van ons economisch potentieel?

Concurreren met Chinese bedrijven lukt voor onze ondernemers alleen als we ons economisch beleid verder vernieuwen, schaal maken en daarin serieus werken aan het verder versterken van ons organiserend vermogen. Anders verliezen we straks echt van nieuwe spelers uit India, China of – want zij zijn ook flink aanwezig – de Verenigde Staten. Dat het kan, laat ASML alvast zien. Dit Nederlandse hightechbedrijf heeft momenteel 80 procent van de wereldmarkt in handen als de belangrijkste leverancier van machines voor de halfgeleiderindustrie die vooral (micro)chips oplevert. Dat komt door slimme deals met klanten, een stevig been in de Brainportregio en door te blijven investeren in kennis, in onderlinge samenwerking, in vernieuwing en in internationalisering. Werp vervolgens een blik op ons mkb, waar de bulk van onze economie zit, maar waar ook een achterstand is in de digitalisering en in internationalisering, en kijk naar ons arbeidsmarktbeleid: we hebben nog een flinke slag te slaan.

Meer informatie

In de snel veranderende economie ziet Platform31 uitdagingen die vragen om vernieuwing van het economisch beleid dat stad, regio en rijk verbindt en Nederland als geheel economisch sterker en toekomstbestendig maakt. Daarvoor hebben we nieuwe kennis, nieuwe vaardigheden en een nieuwe manier van handelen nodig.

In deze serie blogs verkent Nico van Buren, programmamanager Ruimte en Economie bij Platform31, hoe we dat nieuw (regionaal-)economisch beleid pragmatisch en doeltreffend kunnen invullen. Daarbij kan hij uw hulp goed gebruiken. Heeft u ideeën? Kent u innovatieve economische concepten voor stad en regio? Mail naar nico.vanburen@platform31.nl.