Passend toewijzen frustreert passend wonen

Mijn corporatie – TIWOS in Tilburg – is alweer een paar jaartjes aan de slag met wat we ‘de Bedoeling’ noemen. Geïnspireerd door het boek Verdraaide organisaties, terug naar de bedoeling van Wouter Hart proberen we het echte doel van ons werk weer centraal in onze dagelijkse praktijk te zetten. Dat klinkt simpel en vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Want de systeemwereld van regels en procedures, van vinken en compliance is in plaats van ondersteunend vaak dominant in ons werk geworden. En zit oplossingen eerder in de weg dan dat ze die ondersteunen. De paarse krokodil, kent u ’t filmpje nog?

“Je gaat het pas zien als je het doorhebt”, zei Johan Cruyff ooit. Dat geldt zeker voor het oprukken van de systeemwereld in onze volkshuisvestingssector. Die is ervan vergeven. Deels door ‘van buiten komend onheil’, die ons – vaak met wantrouwen als basis – gedetailleerd de (woning)wet wil voorschrijven. Met onwerkbare procedures, ontploffende data-systemen, en enorme administratieve lasten als gevolg. Maar deels ook door zaken die we onszelf opleggen, meestal vanuit de suggestie van beheersing en uit angst. Hamvraag qua bedoeling: worden onze bewoners daar nu echt beter van?

Treffend voorbeeld is het passend toewijzen. Wat mij betreft is de bedoeling van verdelen en toewijzen: in een situatie met tekorten komen de mensen die het het meest nodig hebben binnen afzienbare tijd aan een voor hen passende en betaalbare woning. In een buurt waar ze graag willen wonen en die kan bijdragen aan hun ontwikkeling én waarin zij – zo mogelijk – ook een bijdrage aan de leefbaarheid van de buurt kunnen leveren. Een hele mond vol, maar essentie is dat passend wonen gaat om veel meer dan alleen financiële passendheid.

Onze systemen frustreren deze bedoeling ernstig. We belonen wachttijd en kijken nagenoeg niet hoe urgent de woonvraag nu echt is. Mensen die mooier willen wonen (insiders) gaan stelselmatig voor op mensen die nog niet wonen (outsiders). Spoedzoekers komen daardoor niet aan de bak. Door het eindeloos segmenteren van de woningvoorraad in verschillende huurklassen (onder andere als gevolg van passend toewijzen) kan de gemiddelde woningzoekende maar op een paar woningen reageren. Waarbij het toeval is als die in een buurt staan waar zij graag willen wonen. En zo ontstaan inkomenswijken met een concentratie van lage inkomens en mensen met een rugzakje en weinig kansen die vaak weinig buurtbinding hebben. De buurt levert geen bijdrage meer aan hun ontwikkeling en zij hebben aan de buurt weinig bij te dragen. De gevolgen laten zich raden en zijn dagelijks voelbaar in onze buurten.

Zullen we maar eens helemaal opnieuw beginnen?