Ontmoeten op postzegelformaat
“De omgeving van de mens is de medemens”, een dichtregel van Jules Deelder die schittert in neonletters in het centrum van Rotterdam. Ik moet er vaak aan denken bij de start van het innovatieprogramma Langer thuis in de Inclusieve wijk. Als één onderwerp in de gesprekken met lokale vertegenwoordigers er uitspringt, is het dat van de zoektocht naar verbinding tussen mensen. Verbinding tussen wijkbewoners en verbinding tussen wijkbewoners en maatschappelijke organisaties. Beiden blijken lastig te zijn. Hoe match je beleid en plannen van organisaties met verlangens en behoeften van wijkbewoners? In één van die wijken zijn bewoners geïnterviewd over het meedoen aan activiteiten. Zij verhalen over een fragieler wordend lichaam, lastiger kunnen lopen, wankel zijn op straat. Daarmee is meedoen in het dorps- of buurthuis opeens een stuk moeilijker of leidt tot angstige gevoelens. Corporaties die het meest achter de voordeur komen, merken de verstilling in het leven van mensen het meeste op. Senioren verhalen daar over hoe het verdwijnen van het dagelijks praatje bij de deur of over de schutting, soms doordat de buren veranderen. Hoe kun je dit opnieuw opbouwen?
Afgelopen jaren nam de diversiteit in wijken toe. Vooral in de kleinere, goedkopere woningen stromen jongeren in, soms uit een ander land, vaak met een rugzakje. Meer culturen en verschillen in leefstijlen veroorzaken afstand tussen mensen. Hoe kan deze worden overbrugd? Toenemende kwetsbaarheid door psychische, lichamelijke en verstandelijke beperkingen van wijkbewoners krijgt een nieuwe lading. Het verandert de vraag voor community-builders naar: hoe kun je mensen blijvend verbinden die kwetsbaar zijn, soms sociaal minder handig of die sociaal weinig energie overhebben?
Dit ontmoeten en verbinden is zeker ook een vraagstuk voor het fysieke domein. Hoe faciliteer je dit en hoe draagt vastgoed bij aan ontmoeting? Waar tien jaar geleden nog gebouwd werd aan omvangrijke multi-functionele ruimten voor de wijk, moet volgens ons de blik veranderen naar ontmoeten op postzegelformaat. De Veldacademie rustte een groep senioren uit met GPS-trackers. Het onderzoek liet verrassende ontmoetingsplekken in nabijheid zien: een oud bushokje, een bank bij een vijver en op nummer 1 de supermarkt.
Door economische schaalvergroting en internet-shoppen staat het voorzieningenaanbod In de directe woonomgeving behoorlijk onder druk. Het winkelaanbod wordt wel aan de deur gebracht, maar het vanzelfsprekende dagelijkse contact in de buurt dreigt te verdwijnen. Daarmee hebben we een nieuwe opdracht in wijken: hoe geven we vorm aan ontmoeting als de grote buurtsuper er niet meer is?
Het is tijd voor een nieuwe blik. Wat te denken van een kiosk nieuwe stijl, in de buurt, laagdrempelig en met ruimte voor meerdere functies. Bij de prijsvraag Who Cares van de rijksbouwmeester heet zo’n nieuw ontmoetingspunt in de wijk de Michi-Noeki. Wij houden een warm pleidooi voor deze buurtkiosk. Naast een ontmoetings- en verpozingsplek is er ruimte voor kleinschalige buurtgerichte detailhandel, met bijvoorbeeld automaten-inzet, een drop-off-punt voor pakketdiensten of een wasserette. Kortom: een soort ‘AH-to-stay’, die tijdelijke als pop-up of permanent de basis voor zelfredzaamheid in een buurt of dorp versterkt. Er zijn vast nog betere ideeën, wij komen ze graag op het spoor!
