Hoogbouw: efficiënt, maar niet per se veilig

Vanaf 2020 gaat Den Haag verder de hoogte in; de gemeente heeft concrete plannen voor de bouw van meerdere woontorens rond de drie treinstations. Die woontorens moeten ruimte bieden aan zo’n 10.000 huishoudens. Steeds vaker wordt hoogbouw aangegrepen als oplossing voor de almaar oplopende krapte op de woningmarkt. Maar wat dóet al dat stapelen van woningen eigenlijk met een stad? Zijn er, naast de voordelen, ook risico’s aan verbonden? Ja, zegt bijvoorbeeld de Haagse brandweercommandant en landelijk portefeuillehouder incidentbestrijding Esther Lieben, wijzend op de nodige brandveiligheidsrisico’s. Maar er zijn ook andere, meer sociale veiligheidsaspecten die bij hoogbouw in het geding kunnen komen, en die lang niet allemaal worden meegenomen bij de planning en uitvoering ervan.

Steeds meer mensen willen wonen, werken en recreëren in de stad. Dat leidt tot een toenemende vraag naar woningen en een verdere verdichting van de stad. In dit licht is de keuze voor hoogbouw een logische, maar ook één die gepaard gaat met bepaalde (sociale) veiligheidsrisico’s. Die risico’s hangen voor een deel direct samen met fysieke aspecten. Zo kan hoogbouw de veiligheidsgevoelens van bewoners negatief beïnvloeden. Een risico is bijvoorbeeld het gebrek aan bedrijvigheid en levendigheid rondom de ‘plinten’ van hoogbouw. Daarnaast kan de manier waarop mensen zich bewegen in en rondom de gebouwen anonimiteit in de hand werken. Dat gebeurt bijvoorbeeld als mensen direct vanuit de garage hun woning betreden en op die manier geen toevallige ontmoetingen met buren hebben. Het zijn juist die toevallige ontmoetingen die bijdragen aan de sociale cohesie en veiligheid in een buurt.

Verder geldt: een leefbare, aantrekkelijke en veilige stad is óók een diverse stad. Als het gaat om diversiteit (in mensen, maar ook in functies) scoort hoogbouw over het algemeen niet hoog. Woontorens trekken overwegend welgestelde tweeverdieners aan – gezinnen willen meestal een woning met een tuin. Hoge huurprijzen van winkelruimten in de plinten zorgen bovendien voor een weinig divers winkelaanbod, met vooral winkels met dure luxeproducten en/of ondernemingen waar ondermijnende activiteiten zoals witwassen plaatsvinden.

Aanzienlijke risico’s, zou je zeggen. Toch wegen ze lang niet altijd mee in de huidige plan- en besluitvorming. Dat is zonde, want er is ook al veel nagedacht over maatregelen die de risico’s kunnen verminderen, zoals bijvoorbeeld in de Metro Mix van de adviseurs van Rijksbouwmeesters, een gids om van mengen van ‘wonen’, ‘werken’ en ‘leren’ in hoge dichtheid een succes te maken. Er zijn tal van maatregelen die diversiteit van mensen, functies en bedrijvigheid in en rondom een hoogbouwcomplex bevorderen. Zo kan de bouw van speciale gezinsappartementen met gezamenlijke binnentuinen of door ruimte te gunnen aan initiatieven van wooncoöperaties, bijdragen aan meer diversiteit in huishoudens.

In deze tijden van groeiende woningnood en stedelijke verdichting kunnen we soms niet om hoogbouw heen. Niet alleen efficiëntie telt, maar ook leefbaarheid, aantrekkelijkheid en veiligheid, waarbij een gevarieerd aanbod voor uiteenlopende woonwensen en aandacht voor sociale veiligheid bij hoogbouw cruciaal is.

Lees meer

over stedelijke verdichting, veiligheidsvraagstukken en handelingsperspectieven in de Trendanalyse Stedelijke verdichting en veiligheid.