Dan doe ik het toch lekker zelf
Stel je voor: Je werkt met anderen aan een project dat niet helemaal lekker loopt. Je collega’s doen niet wat jij wilt dat ze doen. En dus denk je: Dan doe ik het liever zelf! De partijen die ik in de praktijk van WeerThuis tegenkom; gemeenten, corporaties, zorginstellingen, die tegenwoordig samen verantwoordelijk zijn voor het bieden van een thuis aan mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang, ervaren dit gevoel dagelijks. De mogelijkheid om zelf het roer over te nemen, hebben ze alleen niet. Ze moeten samenwerken. Dat dit niet altijd even gemakkelijk gaat is een inkopper. Maar dat ze allemaal de wens hebben om zich hier met hart en ziel voor in te zetten is evident. Het is voor partijen niet gemakkelijk gemaakt. Oude sturingsmechanismen zoals hiërarchie of de markt die met oplossingen komt werken in deze context niet. De partijen moeten namelijk in gelijkwaardigheid samenwerken. Daarbovenop schrijft het beleid van de overheid voor dat cliënten en hun netwerk zelf actief betrokken zijn bij het vinden van de juiste woon- en zorgoplossing voor de cliënt. Ook deze wens vereist samenwerking.
Belangen uitspreken
In de praktijklabs leer ik zelf ook waarom het samenwerken zo lastig kan zijn. Hoe meer partijen betrokken zijn bij een vraagstuk, hoe complexer het is om samen een oplossing te vinden. Partijen zijn, vaak onbewust, niet altijd open over hun belangen en (on)mogelijkheden. Als een beoogde oplossing niet aansluit op de belangen van een van de partijen en deze partij dus tegen het idee is, ontstaat er bij de anderen snel het gevoel dat er sprake is van onwil. Gevolg: een impasse. Door de spelers bewust te laten worden van de dynamieken binnen een meerpartijensamenwerking en ze de benodigde vaardigheden te leren, wordt het samenwerken vaak leuker en beter.
Voorbeelden uit mijn praktijk
In Nieuwegein heb ik ervaren dat professionals elkaar nodig hebben bij het ondersteunen van cliënten die thuis wonen. Als een bewoner van een corporatiewoning niet zo lekker in z’n vel zit en ‘s nachts wat onrust vertoont, is het wel fijn dat de politie weet welke zorgverlener er gebeld kan worden. Andersom informeert de zorgverlener weer de corporatie over financiële tekorten en maakt afspraken over hoe een dreigende huisuitzetting voorkomen kan worden. Elkaar kennen, begrip hebben voor elkaars werk én elkaar de ruimte geven om dat werk goed uit te voeren, zorgt voor vertrouwen. Bovendien kunnen de partijen omdat ze elkaar en elkaars praktijk zo goed kennen onconventionele oplossingen bedenken voor de problemen van hun cliënten. De relaties onderling worden door de partijen in Nieuwengein enorm belangrijk gevonden. Ze zijn bereid om tijd en aandacht te investeren in een sterk netwerk.
Dit is ook geval in Gouda. Alle partijen kennen elkaar, en weten wat de belangen van de ander zijn. Doordat die belangen uitgesproken zijn, is het de mensen gelukt kaders af te spreken en voorwaarden op te stellen over hoe de partijen met elkaar willen samenwerken. De samenwerking richt zich hier meer op het maken van formele afspraken om zo het gesprek gaande te houden over hoe ze het samen willen doen en wat de partijen van elkaar verwachten.
De komende tijd laten we middels een reeks interviews mensen aan het woord die goede ervaringen hebben met meer-partijensamenwerking. Wellicht herken je deze praktijk en heb je wat aan de stappen die ze zetten. Samenwerken is mensenwerk. Continue aandacht voor het proces blijft nodig.
Meer lezen
- Handreiking voor kansrijk samenwerken
- Succesvol afsprakenkader voor beschermd wonen (interview met Tom Houben, beleidsadviseur bij gemeente Venlo)
- Oefenen met samenwerken essentieel (ervaringen uit het praktijklab WeerThuis in Hengelo)