Bestuurlijke netwerksamenwerking in de Metropoolregio Amsterdam
Besluitvorming uit Den Haag over de stadsregio die een vervoerregio moest worden, was de aanleiding om de samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) te versterken. Dit is in anderhalf jaar tijd gelukt, zonder dat bestuurlijke energie is weggelekt door discussies over bestuurlijke architectuur. De samenwerking in de MRA is een experiment met bestuurlijke netwerksamenwerking waarin de inhoud leidend is.
Burgemeester van der Laan van Amsterdam heeft in 2015 het initiatief genomen voor het versterken van de MRA. Hij nodigde de burgemeesters van de tien grootste steden in de metropool uit voor een diner in de ambtswoning. Daar is open gesproken over de bestuurlijke ontwikkeling van de metropool en de basis gelegd voor het begin 2017 ondertekende MRA convenant.
Deze burgemeesters zijn begonnen met ambitie. Namelijk de ambitie om de derde economische regio in Europa te worden, direct na Londen en Parijs. Nu is het niet zo interessant om hoog op een lijstje te staan: het gaat erom dat de inwoners van de metropool hier de vruchten van kunnen plukken. De MRA is nu al de motor van economische groei en innovatie in Nederland, een internationaal knooppunt van zaken doen, mensen en informatie. De MRA is een internationaal centrum voor wetenschap en cultuur en de woonplaats van ruim 2,4 miljoen mensen met meer dan 180 verschillende nationaliteiten.
De opgave is om de positie van de MRA verder te versterken. De MRA kan zich ontwikkelen tot één van de invloedrijke regio’s die de belangrijkste economieën in de wereld met elkaar verbindt: een global business hub. De wereldeconomie wordt in toenemende mate bepaald door een strijd tussen metropolen. Een economisch concurrerende metropool is de basis voor meer welvaart en welzijn voor de inwoners. Deze uitdaging maakte het noodzakelijk om de samenwerking te versterken, aldus de burgemeesters die inmiddels samen met de commissarissen van de Koning, wethouders en gedeputeerden een regiegroep geformeerd hadden.
De MRA bestond al langere tijd voordat de samenwerking met de ondertekening van het convenant versterkt werd. Er werd al volop samengewerkt en de uitvoering van de Ruimtelijk-economische Actieagenda 2016-2020 is in volle gang. Deze agenda werd begin 2015 gepresenteerd door de MRA partijen en bevat afspraken over de belangrijkste opgaven van de metropoolregio.
Met de bestuurlijke afspraken in het convenant heeft de samenwerking nu een stevige en noodzakelijke impuls gekregen. Met het MRA-convenant is een AB (regiegroep) en DB (agendacommissie) ingesteld. Ook is er een gemeenschappelijk MRA Bureau van start gegaan dat de samenwerking ondersteunt en de uitvoering van de MRA Agenda coördineert. De MRA heeft een gemeenschappelijk budget op basis van bijdragen vanuit de gemeenten (€1,50 per inwoner) en provincies.
Eén van de belangrijkste doelen van het versterken van de samenwerking is het beter en meer betrekken van raden en staten. Raads- en statenleden hadden aangegeven de samenwerking te veel een black box was, en ook de recente discussie in onder meer de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) illustreren waarom dit nodig is. In de MRA denken raden en staten steeds meer mee bij het maken van afspraken over de inhoudelijke opgaven. De MRA is een bestuurlijk netwerk en alle besluitvorming vindt plaats in de raden en staten. Hierdoor blijven de lokale en provinciale bestuurders aan het stuur van de samenwerking.
De MRA-partijen werken bij de realisatie van de opgaven intensief samen met partijen als de Amsterdam Economic Board. Ook de samenwerking met het Rijk wordt nadrukkelijk gezocht. In een brief aan de informateur heeft het netwerk voorstellen gedaan om deze samenwerking in de volgende kabinetsperiode verder te intensiveren. In het kader van de MRA-proeftuin zijn proposities op het gebied van de woningbouwopgave en de energietransitie verder uitgewerkt.
Het besluit over de versterkte MRA-samenwerking en de ondertekening van het convenant is in twee rondes, vrijwel zonder oprispingen, door 33 gemeenten, twee provincies en de Vervoerregio Amsterdam genomen. Het MRA Bureau is van start gegaan. In het komende jaar zal de MRA-samenwerking moeten gaan bewijzen dat het kan: op basis van een ambitieuze inhoudelijk agenda en een lichte netwerkstructuur. samenwerken tussen 36 overheden.
Marjolein Stamsnijder en Herman Swen